Woordbeeldtrainer
De methode is gebaseerd op een aantal nieuwe wetenschappelijke inzichten:
- Spiegelneuronen zorgen ervoor dat wij vaardigheden kunnen opdoen door imitatie. Dat geldt voor wat wij zien en horen.
- We zijn in staat een mentaal beeld te vormen van klankbeeld en woordbeeld. Die beelden kunnen wij ons los van elkaar, maar ook gecombineerd mentaal voorstellen.
- Kinderen ontwikkelen zich vanaf denken in beelden naar taligheid. Soms heeft een van deze twee sterk de overhand en is er sprake van een disharmonisch model (performaal-verbaalkloof)
- De verwerkingssnelheid van auditieve en visuele informatie kan sterk uiteenlopen en per kind verschillen. Het niet sychroon lopen van de auditieve en visuele verwerkingssnelheid komt vaak voor bij kinderen met spellingsproblemen en dyslexie.
- Elk kind heeft een eigen individuele leerstijl. Die kan worden toegepast om de leerresultaten te optimaliseren.
- Vrijwel altijd kun je spellingsproblemen herleiden naar koppelings- en temporele ordeningsproblemen: niet weten welke tekens bij welke klank horen en de hoeveelheid en volgorde van de tekens niet juist weten te noteren.
- Bij het aanpakken van spellingsproblemen moeten deze vooraf nauwgezet in kaart worden gebracht. Daarvoor is het zng. PI-dictee een uitstekend instrument. Er wordt alleen geoefend wat het kind niet beheerst.
- Uit onderzoek blijkt dat leerlingen met spellingproblemen moeite hebben met het toepassen van spellingregels (Bos &Reitsma, 2003). Ook is gebleken dat het aanleren van deze regels geen winst oplevert voor de spellingvaardigheid van zwakke spellers en dyslectici (Bos, 2004; Hilte & Reitsma, 2011).
- Remedial teachers blijken het aanleren van regels echter toch belangrijk te vinden, ook als leerlingen duidelijk toepassingsproblemen hebben (Bos & Reitsma, 2003). Zij doen kennelijk liever een beroep op de zwakke punten van leerlingen, dan te profiteren van de sterke.
Hoe dan wel spelling oefenen voor leerlingen met spellingproblemen?
Het oefenen van spelling met de computer de beste manier is om de spelling van spellingzwakke leerlingen te verbeteren. Daarbij wordt eerst het hele woord getoond en uitgesproken door de computer. De leerling memoriseert het woord en het woord verdwijnt waarna de leerling het woord typt. Deze aanpak wordt wetenschappelijk onderbouwd door Bos (2004).
Bos (2003) benadrukt ook sterk de effectiviteit van de actieve verwerking van woorden via typen. Voor zeer zwakke leerlingen kan het daarnaast ook nog van wenselijk zijn om de woorden zelf uit te spreken voordat ze getypt worden. De woorden worden eerst uitgesproken door de computer, de leerling zegt ze na en typt ze daarna.
Oefenen van kleine woordpakketten naar analogie (op elkaar lijkende woorden) geeft de beste resultaten en daarnaast kan het zinvol zijn om deze woorden in korte betekenisvolle zinnen te verwerken en die te oefenen.
In WoordBeeldTrainer worden deze inzichten gecombineerd tot een unieke spellingmethode.