Tunneling
Door Will Missot van het cnls, augustus 2019
Tunneling is een buitensluitende concentratievorm, waarbij de ruimte rondom wordt gecomprimeerd tot een klein visueelruimtelijk veld en alle sensorische informatie buiten deze kleine ruimte wordt genegeerd. De tunnel komt onbewust visueel tot stand.
Het is een geïntegreerd sensorisch en motorisch fenomeen, dat vaak voorkomt. In feite is het een oplossing in plaats van een probleem.
De persoon die tunnelt, is dit onbewust gaan doen, omdat bepaalde taken niet lukten. Er was bijvoorbeeld te veel afleiding en te veel prikkels. En in plaats van opgeven is er een vechtresponse geweest om het toch te laten lukken: tunneling. Niet zo’n goede oplossing, want je leert er door af om informatie uit je omgeving op te merken. Bovendien ben je zo gericht op een bepaald klein plekje (bijvoorbeeld een boek, pcscherm, een stukje van het fietspad voor je) dat taken waarbij omgevingsfactoren van belang zijn niet juist meer uitgevoerd kunnen worden of ontzettend veel energie kosten. Als je fietst en alleen nog aandacht kan opbrengen voor het metertje fietspad recht voor je band, dan wordt het gevaarlijk. Als je niet meer gewend bent om dat anders te doen, ben je gesloopt na een fietstochtje.
De opmerkzaamheid voor de omgeving rondom sterft als het ware af door tunneling. Dat heeft sociale, motorische, sensorische en lichaamshoudings gevolgen. Het leidt vaak tot focale problematiek (zichtproblemen verder weg) en eenzijdigheid en onvermogen in gedrag en belangstelling.
Wat zijn de signalen van tunneling?
- Je voelt je minder op je gemak in druk verkeer, waarbij je het gevoel hebt ogen tekort te komen.
- Je merkt verkeer dat van opzij komt laat op.
- Je dwaalt vaak af bij een gespreksonderwerp, waarbij je de rode draad uit het oog verliest.
- Je antwoordt op een vraag, maar het blijkt vaak dat je maar op een deel van de vraag hebt geantwoord en de rest genegeerd hebt.
- Als je bezig bent merk je pas op dat je een verkeerde lichaamshouding hebt aangenomen als het te laat is en bijvoorbeeld je been slaapt of je nek pijn gaat doen.
- Je hebt moeite om meerdere achtereenvolgende verbale aanwijzingen uit te voeren. Vaak wordt dan gedacht aan een gehoorprobleem, maar het komt doordat je delen van de informatie buitensluit.
- Je zit met je neus in het boek.
- Je zit dicht op je ipad of smartphone.
- Je hoofd gaat steeds op en neer tijdens het spreken.
Ons visuele systeem zal bij tunneling vaak niet juist kunnen blijven werken. Bepaalde functies gaan er zelfs door verloren, terwijl ook het omgaan met de ruimte rondom een probleem kan worden. Bang om de snelweg op te gaan met de auto. Of doodmoe worden van een autoritje. Altijd te laat reageren op een toegeworpen bal, waardoor je onhandig lijkt.
In een omgeving waar tunneling wegvalt of waar je uit lijfsbehoud niet moet tunnelen (in het verkeer bijvoorbeeld) komt er dan opeens zoveel informatie binnen, dat het overprikkeling oplevert, wat zelfs beangstigend kan zijn en waar je niet goed mee om kunt gaan.
Wie lang genoeg in een tunnel zit, verandert. Je wordt er zeker niet ontvankelijker door en alleen tunnelwerk lukt je nog, maar daar buiten wordt je een buitenbeentje met opvallend gedrag. Je bent dan het kind dat altijd als laatste gekozen wordt bij spelletjes. Of helemaal niet gekozen wordt.
Tunneling kan via optometrisch onderzoek vastgesteld worden. Maar niet door een opticien en ook niet door elke optometrist. Een “gewone bril” helpt niet. Integendeel, bij tunneling wordt de minsterkte vaak alleen maar hoger met de jaren, zonder dat de problemen verdwijnen. Ze nemen juist toe.
Via speciale training en soms speciale tijdelijke lenzen in de bril is het probleem wel goed oplosbaar en verandert daarmee het functioneren als mens. En dat is nou de kracht van onze gedragsoptometrie.
Will Missot, www.cnls.nl