Convergentie insufficiëntie
©Will Missot van het cnls
Wat is het?
Convergentie insufficiëntie (afgekort C.I.) is een binoculair probleem, waarbij de ogen niet juist kunnen convergeren. Het is sensorisch en neurologisch van aard. Cosmetisch is het niet zomaar even te zien dat er iets mankeert aan het convergeren.
Het komt voor bij alle leeftijden. De invloed is flink. Er is veel onderzoek naar gedaan en de aanpak is effectvol en blijvend.
C.I. wordt zelden opgemerkt bij een standaard visueel onderzoek, omdat er meestal gewoon 100% zicht aanwezig is. Tussen de 5 en 13% van de kinderen heeft er mee te maken, maar deze groep klaagt er zelden over, want een kind weet niet beter. Op den duur tast C.I. de kwaliteit van leven aan.
De symptomen
- Nabij activiteiten zoals lezen worden vermeden.
- De ogen kunnen pijn doen of vervelend aanvoelen tijdens en na het lezen.
- Er kan hoofdpijn optreden na het lezen of na een schooldag.
- Woorden kunnen lijken te bewegen. Er kan soms ook verdubbeling van letters of woorden optreden tijdens het lezen.
- Het leestempo ligt laag.
- Het leesbegrip is vaak onvoldoende.
- De vermoeidheid neemt al lezend snel toe.
De symptomen vallen vaak niet echt op, omdat ze gemaskeerd worden:
- Er wordt gewoon traag gelezen.
- Er wordt gedacht aan adhd.
- Er wordt gedacht aan motivatiegebrek of zelfs aan luiheid.
Gedragssymptomen bij C.I.
- Onvoldoende inzet en concentratieverlies tijdens het lezen.
- Frustratie met emotionele uitbarstingen.
- Laag zelfbeeld.
- Schoolwerk wordt vermeden
- Depressief
- Nauwelijks enige sociale of fysieke betrokkenheid.
Uiteraard zullen deze symptomen zelden allemaal tegelijk aanwezig zijn. Vooral de laatste drie items treden vaak pas wat later op.
Hoe vaak komt het voor bij kinderen?
Tussen de 5% en 13% van de kinderen heeft met C.I. te maken. Het uiteenlopend percentage komt voort uit verschillende wetenschappelijke onderzoeken die zijn uitgevoerd. Zelfs als we uitgaan van de laagste score, dan lopen er heel wat kinderen met C.I. in een school rond. Er is wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd op de relatie adhd en c.i. Het blijkt, dat 15% van de adhd diagnose onterecht is, omdat er sprake is van niet opgemerkte c.i. Behandeling van deze 15% liet zien dat de kenmerkende symptomen die aan adhd gelinkt worden verminderden en zelfs verdwenen.
Hoe kom je er als ouder, leerkracht of remedial teacher achter of er C.I. aanwezig is bij een kind?
- Vraag of woorden wel eens bewegen of onduidelijker worden (leg je handpalmen tegen elkaar en beweeg de bovenste hand een beetje van links naar rechts om verdubbeling te suggereren).
- Observeer of een kind tijdens het lezen vaak wegkijkt uit het boek.
- Vraag of er wel eens hoofdpijn is tijdens of na het lezen.
- Vraag of de ogen soms pijn gaan doen tijdens het lezen, of erna.
- Bij uitval kan er een vragenlijst ingevuld worden om nog meer duidelijkheid te verkrijgen. De lijst is bij ons verkrijgbaar.
Behandeling
De gangbare aanpak van C.I. is het forceren van kijken nabij middels een pushupoefening. Ook is het de gewoonte geweest om prismabrillen voor te schrijven of een leesbril. Inmiddels is wetenschappelijk vastgesteld dat dit allemaal niet beter werkt dan placebo. Ook gewone visuomotorische oefeningen helpen niet. Er moet echt professionele vision therapy aan te pas komen, waarbij voldoende controle en bijsturingsmomenten gepland worden. Dit is niet hetzelfde als oogoefeningen. Het is een combinatie van visuele breintraining, eventuele yoked prisma’s en visuele training wat ingezet wordt, met een link naar visuele gedragstherapie en hemisfeertraining. Uiteraard heeft het CNLS de mogelijkheden om deze aanpak in te zetten.
Will Missot, CNLS, 2-7-2019, Westland.